Hallo allemaal - Reisverslag uit Ouagadougou, Burkina Faso van Sigrun Spaans - WaarBenJij.nu Hallo allemaal - Reisverslag uit Ouagadougou, Burkina Faso van Sigrun Spaans - WaarBenJij.nu

Hallo allemaal

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Sigrun

07 November 2009 | Burkina Faso, Ouagadougou

Daar ben ik weer – alweer ruim twee weken in Burkina. Na een reis van 18 uur, ben ik moe, maar veilig om 5 uur ’s ochtends aangekomen in Ouagadougou. Deze keer had ik een kamer gereserveerd bij de paters in het centrum van Ouaga. Een prima locatie, niks riants, maar wel goedkoop, met airco en een eigen badkamer. Die airco was ook wel nodig, want om 5 uur ’s ochtends was het nog steeds 25º C. Ik was ervan uitgegaan dat het in oktober al veel koeler zou zijn, maar helaas. Overdag loopt de temperatuur nog steeds op tot een graad of 36-38 en ’s nachts koelt het dus maar weinig af. Nu, na twee weekjes ben ik er alweer aan gewend, maar als je net aankomt, uit 10º C in A’dam, is het toch wel even schrikken. Hier in het dorp slaap ik sinds ‘n paar dagen zelfs al onder een dikke deken, want het koelt ’s nachts al af tot wel 22º ! :)

De eerste twee dagen ben ik in Ouaga gebleven om uit te rusten en vrienden te zien. Ik heb Honorine gezien samen met haar baby’tje – wat een schatje. Luchien: ze heeft me (wederom) beloofd haar rapport zo snel mogelijk af te maken. Blijkbaar heeft ze alles weer omgegooid en geherstructureerd.
Ik ben ook nog een avondje met Harm wezen stappen – altijd gezellig. René, de oogarts, goede vriend en tevens voorzitter van de adviesraad van Haparako, heeft zijn kaas en cadeautjes ontvangen en stond erop dat ik een biertje met hem zou gaan drinken. Ik heb hem toen een kopie gegeven van het projectvoorstel voor de nieuwe aanpak van Haparako. Hij keek er even diagonaal doorheen en het eerste wat hij vroeg was of de organisatie die het project over gaat nemen Mossi’s waren, want dan zou hij een luid NJET uitspreken. Dat was wel een schok, want de directeur en het merendeel van de mensen die in die organisatie werken zijn inderdaad mossi’s, maar er werken ook andere ethische groepen. Dat is toch niet te geloven? Al die maanden voor niks gewerkt om dat voorstel samen af te krijgen en bovendien heb ik het al naar verschillende sponsororganisaties gestuurd. Hoe kan je nu een land ontwikkelen als zelfs de intellectuelen nog steeds vasthouden aan die achterlijke etniciteit? Het zijn toch allemaal burkinabé? Bovendien is het toch belangrijker dat het project doorgaat en de mensen hier in het dorp geholpen worden en hun salaris blijven ontvangen? Enfin, ik heb besloten dat ik via de autoriteiten en met behulp van de oude baas (mijn plaatsvervanger) ze voor het blok zal zetten. Een soort “take it or leave it” strategie. Niet bot, maar wel overtuigend. Hopelijk lukt dat – wordt vervolgd.

De derde dag ben ik naar Koudougou gereden om Moussa te bezoeken. Eigenlijk wilde ik de volgende dag meteen door naar Dédougou, maar Moussa stond erop dat ik nog een dag zou blijven en ik dacht waarom ook niet? Het was werkelijk rete-gezellig in Koudougou. Ik zat in een prachtig hotel, dat net drie maanden open was en elke avond uit met Moussa. Babbel de babbel de babbel. Ik ben ook nog naar de prachtige markt geweest en had alvast wat groente en fruit gekocht. Melk had ik al in Ouaga gehaald, dus de eerste dagen hier in het dorp kwam ik goed door.

Zondag dan met de bus naar Dédougou – tjonge jonge wat een rit. De bus was al stampvol toen die aankwam in Koudougou, maar er werden doodleuk nog zo’n 20 man bij gepropt. Alle banken waren bezet, in het gangpad waren alle houten hokkertjes bezet en tussen die hokkertjes stonden nog mensen rechtop. Ik had een jerrycan bemachtigd bij de achteruitgang en heb de hele reis naar de blauwe hemel zitten kijken. Dat was een geluk bij een ongeluk, want zo kon ik de weg niet zien en kon dus ook niet zien of de chauffeur te hard reed of niet. Bovendien kon ik mijn benen lekker strekken. Hoe dan ook, na een hobbel de hobbelreis van bijna vier uur kwam ik onder het stof aan in Dédougou. Tot mijn grote verbazing had de oude baas de auto van Marie, de Franse maîtresse van Venance, geregeld en zij kwam mij persoonlijk ophalen. Vroeger kon ik het goed met haar vinden en kwam ze regelmatig bij mij over de vloer, of op het project. Ze heeft zelfs een aantal keren bij mij in huis gelogeerd, maar sinds ik Venance uit de directie gezet heb is de vriendschap afgelopen. Geen idee wat hij allemaal over mij verteld heeft, maar het is duidelijk dat hij absoluut niet wil dat ik met haar praat en zij, verliefd als ze is, gaat daar in mee. Jammer, maar helaas – ik kan er niet mee zitten. Ik vind het eerder lachwekkend om te zien in welke bochten ze zich wringen om dagenlang met elkaar op stap te kunnen gaan. Ik heb vooral medelijden met de drie andere vrouwen van Venance, want die kunnen niets anders doen dan toekijken en draaien bovendien voor al haar huishoudelijk werk op, koken, wassen, schoonmaken etc. en dat allemaal voor niks. Lijkt me toch verschrikkelijk wanneer je als slaafje voor de maîtresse van je man moet werken.

Mijn huis lag er piekfijn bij – alles was schoongemaakt, alleen was er nog geen water in de watertorens gepompt omdat de accu van het zonnepaneel totaal gecorrodeerd was en dus niet meer functioneerde. De dames hadden echter wat emmers water neergezet, zodat ik me tenminste wel kon douchen. Ook stond er een bidonntje dolo voor me klaar en ’s avonds heb ik dat met een aantal dames meester gemaakt. Hartverwarmend iedere keer als je aankomt; het hele dorp loopt uit om je welkom te heten en iedereen is blij je weer te zien. Op de twee broers na dan, maar die hielden de schone schijn op en kwamen me ook gedag zeggen.

Die week daarop ben ik hoofdzakelijk bezig geweest te achterhalen wat er allemaal op 10 augustus en daarvoor gebeurd is. Op 10 augustus hebben een stuk of 40-50 dorpelingen, gewapend met kapmessen, Achilles (de elektrotechnicus) de toegang tot zijn werkplaats ontzegd. Totaal opgefokt waren ze. Ze dwongen hem de sleutels in te leveren en jaagden hem van het projectterrein af. Sindsdien is Achilles niet meer in het dorp of op het project geweest – hij is als de dood dat ze hem iets aan zullen doen. Niet te geloven. Ik wist er al van, want de oude baas had me destijds meteen gebeld en me bovendien zijn bevindingen en een rapport van de dorpelingen per mail gestuurd. Het is wel duidelijk dat de twee broers er achter zitten – het is nu aan mij om daar ook bewijzen voor te vinden. De apparatenwerkplaats levert het meeste geld op en daar worden dus de salarissen van betaald. Hoe het project verder moet zonder Achilles, daar wordt niet aan gedacht. Het valt niet mee om met analfabeten te werken, zeker niet als ze tegen je zijn. Dat is ook de hoofdreden waarom ik het project aan een lokale organisatie wil overdragen, misschien draaien de twee broers bij als ik er niet meer ben. Ik heb ondertussen een winkelruimte in Dédougou gehuurd en daar gaat Achilles voortaan werken. Nu hebben we dan eindelijk een dependance in Dédougou, met stroom. Achilles blij, want die kan doorwerken en ik blij want zo komt er weer geld binnen. Bovendien hoeven de klanten nu niet meer helemaal naar Parako te komen, dat zal de omzet alleen maar ten goede komen.

Met de rest van de medewerkers gaat het overigens prima en die balen allemaal van de situatie, maar kunnen niks doen. Het merendeel van de chefs heeft inmiddels een brommertje bij elkaar gespaard en iedereen is van goede zin. Ook alle metselaarsleerlingen hebben intussen een fiets. Het vrouwencentrum is prachtig geworden – het mooiste gebouw van het hele project. Nu nog de kleuterschool en het kinderdagverblijf en alles is klaar en af. Dan kan ik met een gerust hart weg, wetende dat ik een mooi werk achterlaat. Hoewel, eerst maar eens een financier vinden en het dorp overtuigen van het nieuwe project………

Vorige week zaterdag was er een welkomstborrel bij mij thuis, aangeboden door het personeel. In eerste instantie hadden ze besloten dat de metselaars niet mee zouden doen, omdat die in tijdelijke dienst zijn, maar daar wilden die niks van weten. Zodra ze hoorden dat er geld ingezameld werd kwamen ze met hun eigen bijdrage. 20 Liter dolo, nog een 20 liter van een minder alcoholische drank boeroe-boeroe genaamd, water en frisdrank voor diegenen die niet drinken en speciaal voor mij nog een grote papaja, bananen en een zak tomaten. Leuk hè! Het was een kakofonie bij mij thuis, alle 40 medewerkers vrolijk door elkaar heen babbelend. Na een klein uurtje begon het te stortregenen en moesten we met z’n allen een droog heenkomen zoeken, want mijn dak is zo lek als een mandje. Het kon niemand deren, we namen nog een kalebasje en hadden grote lol.

Ik ben ondertussen weer aan de boekhouding begonnen, maar meer dan invoeren kan ik nog niet doen omdat de bank geen rekeningoverzicht kan verschaffen. Het zijn wat dat betreft nog echt jaren vijftig toestanden hier. Over de jaren vijftig gesproken – de katholieke kerk hier kan er ook wat van, maar daarover meer een volgende keer anders wordt het wel een heel lang bericht.

Bram: alle knijpkatten die je meegenomen hebt zijn nu al kapot. Niet te geloven, maar waar, na amper zes maanden. In Mozambique had ik een goede vriend, Klaas, die zei eens dat als hij iets zou uitvinden, hij het eerst in Afrika zou uittesten. Pas als het hier heel bleef, dan kon je ervan uitgaan dat het “fool proof” was. Kijk eens hoe gelijk hij had. Je kleren heb ik onder de dames van het project verdeeld, voor hun zonen en zichzelf. Ze hebben dat heel democratisch gedaan: om de beurt mocht iemand een kledingstuk pakken totdat de stapel op was – onafhankelijk of ze nu een sok, onderbroek, shirt of lange broek pakten. Iedereen was blij en ik heb al jongens in jouw shirts rond zien rennen.

Groetjes uit een heerlijk en vooral zonnig Parako – ik ga naar het cabaret met de dames dolo drinken!

  • 07 November 2009 - 12:32

    HenkN :

    Hé Sigrun,

    Jouw praktische creativiteit voor het zoeken van oplossingen in onmogelijke situaties werkt al weer op volle toeren zie ik met die winkel voor Agilles!
    Projekt geholpen - Agilles blij.

    Dat met René en de Mossi's is een enorme domper zeg.Wij hadden het nog over zo'n rampscenario een keer bij Hesp. Misschien is een oplossing om een gerespecteerd persoon van hun eigen etnische groep 'in naam' hoofd van Haparako te maken voor de nieuwe organisatie, maar zonder beleidsbevoegdheid.
    Een soort stroman (geen bladerman).
    Kost natuurlijk weer een paar centen, maar dan is er wellicht geen gezichtsverlies voor de dorpelingen.

    nou,nog even doorbijten en dolo drinken!

    groeten Henk

  • 07 November 2009 - 12:43

    Edwin:

    Vrachtwagen is al op 27/10/09 betaald, Miriam van Cargo gaat vandaag 7/11/09 doorgeven dat er al wel betaald is, was daar blijven liggen blijkbaar.......

  • 08 December 2009 - 15:17

    Peter :

    He Sigrun,
    jij lekker in de hitte wij hier volop in de kersepakketuh we hebben certificaten nodig, waar zijn die?
    groet,
    GmV

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Burkina Faso, Ouagadougou

Sigrun

Actief sinds 12 Jan. 2009
Verslag gelezen: 246
Totaal aantal bezoekers 33815

Voorgaande reizen:

09 Maart 2010 - 05 Juni 2012

Mijn zoveelste reis

Landen bezocht: